VERSTANDELIJK GEHANDICAPT KIND

Naar concept omzettenVoorbeeld(opent in een nieuwe tab)BijwerkenTitel toevoegen

Waarom “verstandelijk gehandicapt”?

Het verstandelijk gehandicapte kind draagt aspecten met zich mee die zeer bijzonder zijn voor de huidige tijdsontwikkeling. Doordat dit niet wordt opgemerkt, verkommeren ze. Ouders en hulpverleners nemen vaak beslissingen die het bestaansrecht van het verstandelijk gehandicapt kind geen goed doen.
Dit heeft een negatieve invloed op de evolutie van de mens.

Over het algemeen is de mens hoogmoedig. Dit heeft invloed op het maken van keuzes. Men ziet onvoldoende wat de geestelijke wereld hen aanreikt bijvoorbeeld t.a.v. de verstandelijk gehandicapten en anderen die geen doorsnee-volmaakte mensen lijken. Deze kinderen krijgen vaak niet de respectvolle aandacht die zijn verdienen. Gehandicapte kinderen zijn beperkt in hun gedragingen; hierdoor zijn ze afhankelijk van anderen.

Deze kinderen hebben o.a. de opdracht tot overgave te komen aan hun omgeving, omdat zij zelf onvoldoende kunnen handelen. Zij zijn tevens lerende hun, die hen omringen, in overgave te helpen komen naar mensen toe die onvoldoende zelf kunnen handelen. Deze mens moet acceptatie ontwikkelen op een diep niveau. Hij moet leren zien dat het falen van de mens leidt tot groei van bewustzijn.

Binnen de evolutiegang van elk mens wordt men ooit als verstandelijk gehandicapte geboren. Men leert zo, door ongezien te zijn in wat men werkelijk is, echt mededogen te ontwikkelen door zelf afhankelijk te zijn.

In onze maatschappij kunnen we zelf kiezen voor abortus op medisch indicatie, als uit het vooronderzoek blijkt dat een kind verstandelijk gehandicapt is. Hierdoor komt echter in de mensheid een minder grote ontwikkeling naar mededogen tot stand, zowel voor de incarnerende ziel als voor de “verzorgers”.

Wat is verstandelijk gehandicapt zijn?

Mensen die op aarde komen en van wie de ziel niet helemaal incarneert, hebben minder kracht. Daardoor kunnen zij de kennis vanuit de ziel niet in de stof laten doorkomen. Bovendien kunnen zij zich niet gelijkwaardig uiten naar anderen, evenmin wat zij innerlijk weten.

De aardse werkelijkheid is voor hen bereikbaar alsof er een filter geplaatst is tussen hen en de aardse ervaring. Hierdoor komt het dat mensen verstandelijk gehandicapten dom en  onvolmaakt vinden. Echter, hun wezen heeft geen tekort. Zij kunnen alleen maar in de aardse werkelijkheid niet tonen wie zij zijn.


Zij leven als van achter een gordijn en hebben het gevoel niet actief mee te kunnen doen in het bewust functionerende leven.

Zij zijn zich echter vaak toch wel bewust van wat zich “achter dit gordijn” afspeelt. Wij bemerken dit alleen niet.

Verstandelijk gehandicapte kinderen willen gezien worden als mens, maar velen van hen zijn hierin dikwijls erg teleurgesteld. Zij trekken zich dan terug uit gesprekken omdat zij bemerken dat zij niet kunnen verwoorden wat hen innerlijk bezighoudt.

Hoe gaan we het beste met verstandelijk gehandicapten om?

Verstandelijk gehandicapte kinderen willen gezien worden als mens; maar velen van hen zijn hierin dikwijls erg teleurgesteld. Zij trekken zich dan terug uit gesprekken omdat zij bemerken dat zij niet kunnen verwoorden wat hen innerlijk bezighoudt. Zij moeten daarom extra steun hebben en gerust gesteld worden door hen te tonen dat zij toch aan iedereen gelijk zijn. Ook zouden zij regelmatig in het middelpunt van de belangstelling moeten staan en volledige aandacht krijgen.

Met hen zouden wij niet alleen verbaal moeten communiceren. Zij zijn vaak zeer fijngevoelig en zouden daarom met eveneens fijn gevoelige mensen diepgaand contact moeten hebben op een non-verbale wijze.
Verstandelijk gehandicapten willen graag allerlei handelingen zelf verrichten, maar wanneer zij naar de snelle vaardige handelingen van begeleiders kijken om deze handelingen ook zelf aan te leren, worden zij vaak ontmoedigd. Zij voelen zichzelf daartoe niet in staat.

Met geduld zouden begeleiders deze mensen hun handelwijzen zelf kunnen laten ontwikkelen. Daartoe kunnen verstandelijk gehandicapten met een liefdevolle blik worden uitgenodigd, om daarna in rust en afwachting zelf het tempo te bepalen. Dan voelt de verstandelijk gehandicapte het vertrouwen toenemen om zelf te handelen. De persoon wordt dan als het ware opgetild boven zijn eigen, vermeende kunnen uit.

Zo geeft een begeleider zijn energie in ondergeschiktheid aan de bereidheid tot handelen van de verstandelijk gehandicapt en kan deze worden uitgenodigd krachtig te zijn naar eigen kunnen in de stoffelijke werkelijkheid, maar op zijn manier. Dit is hulpverlening die boven de grenzen van het normale dagelijkse verkeer tussen mensen uitgaat.


In de natuur wordt de verstandelijk gehandicapte geaccepteerd op een dieper niveau. Ook vindt in de natuur communicatie plaats op een fijngevoelig niveau. Dieren zijn hierin zeer belangrijk; zij reageren immers zeer fijngevoelig op gedragskenmerken van de mens. Vogelgeluiden activeren innerlijke rust in hen. Een vogel doet hen herinneren aan innerlijke vrijheid, die wel in hen aanwezig is, maar ongezien. Innerlijke vrijheid kan zich immers alleen innerlijk tonen.

Zij hebben ook veel behoefte aan lichaamsstreling. Hierdoor worden zij innerlijk bevestigd en bemoedigd. Tevens geeft dit rust. Zo helpt het hen hun handicap te aanvaarden. Zij voelen zich wezenlijk gezien en deze handelingen bevestigen de rijkdom waarvan zij weten dat deze in hen is. (Wanneer de persoon dit niet wil, dan niets forceren.)

Dikwijls is de lichaamsstreling in de gehandicapte zorg een truc om hen rustig te houden en is dan niet liefdevol gericht, niet zuiver van aard.
Het komt nog al eens voor dat begeleiders het gevoel hebben dit werk niet aan te kunnen. De verstandelijk gehandicapte raakt vaak heel diep de belevingswereld van de hulpverlener aan. Daarom zouden toekomstige hulpverleners geholpen moeten worden om te zien of zij zo’n taak wel aan kunnen.

Wij zouden verstandelijk gehandicapten moeten behandelen als bijzondere mensen. Nu worden zij vaak door “normale” mensen afstandelijk toegesproken. Begeleiding moet b.v. communicatie met de verstandelijk gehandicapte als doel zien, waarbij het delen essentieel is. Alleen aan het kind zelf is te bemerken wat het in essentie wil delen; dit delen is vaak diepgaander dan bij “normale” kinderen gebeurt. In een normale ontwikkeling kan veel gedeeld worden en is de essentie minder nadrukkelijk aanwezig.

Hoe kun je essentie beleven aan gedragingen van de verstandelijk gehandicapte?

 
Nadrukkelijkheid van de oogopslag; handgebaren; intonatie binnen stembuiging; klanken blijven langer naklinken in de persoon die aanhoort; het kind wil dan doordringing van wat het wezenlijk wil laten weten.

Dit is belangrijker dan eten of gedrag en handelingen. Dit is een wezensdrang om zekerheid te beleven door delen met de buitenwereld. Er is nu grote nood doordat deze kinderen niet gedeeld wordt in essentie. Kinderen als deze kunnen dit zelf niet aan ons duidelijk maken.
 
Door geboortebeperking voor deze mensen leidt dit naar verzwakking van de aarde-ontwikkeling toe. Een leven als verstandelijk gehandicapte staat gemiddeld gelijk aan 2 á 3 andersoortige levens.
Als zielen worden afgeremd zo een bewustzijnsontwikkeling aan te gaan, wordt de fijngevoelige ontwikkeling van de mens eenzijdig beleefd.

Wat zijn de specifieke kwaliteiten van een leven als verstandelijk gehandicapte?

Deze kinderen dienen mildheid te ontwikkelen door strijd.
Zij leren innerlijke gewaarwordingen stil te houden door zich precies op anderen te richten.
Verstandelijk gehandicapten leren zeer zorgvuldig met innerlijke gewaarwordingen om te gaan (zij worden n.l. teruggehouden in het spreken. Zo kristalliseren zij diepgaand uit wat zij waarnemen en waarom).

Zij leren fijngevoelige signalen uit te zenden op basis van non-verbale communicatie.
Hun zintuigen worden in essentie van de functie diepgaander ontwikkeld (net als b.v. bij doven en blinden).

Bij verstandelijk gehandicapten is er sprake van overactivering van zintuigen als aanvoeling- en luistervermogen, aandachtschenken.
Zij voelen zich vaak één met de natuur (vaak schept het verstandelijk denken hierin een barrière).
Zij leren geduld omdat zij zich moeten openstellen voor het bewegings– en begripsniveau van anderen.

In latere levens kunnen deze zielen grote zaken verwezenlijken, waarin innerlijke diepgang en geduld met doorzettingsvermogen nodig zijn.
Vaak gaat zo’n leven vooraf aan een leven waarin grote doelen verwezenlijkt moeten worden.


Dit geeft aan hoe belangrijk het is deze zielen oefentijd te gunnen, anders verkrijgen deze zielen een tekort aan ervaring van belangrijke ontwikkelingsaspecten, waardoor zij onvoldoende vaardig worden het toekomstig leven goed aan te kunnen.

Voorbeeld 1: Zo kan in dat volgende leven, wanneer iemand b.v. onvoldoende geduld en uithoudingsvermogen heeft kunnen oefenen, deze persoon zich vroegtijdig gaan poneren in plaats van te wachten tot de tijd rijp is voor ontvangst.

Voorbeeld 2: Vroegtijdig kenmerken bij anderen aangeven zonder zich daarover zorgvuldig uit te laten, in afwachting van volgende gedragingen.
Iedere ontwikkelingsgang van de mens geeft spanning. Die spanning moet verwerkt worden. Dit gebeurt door loslating.
Een verstandelijk gehandicapte zuivert totaal uit wat hij wenste uit te zuiveren toen besloten werd als verstandelijk gehandicapte te incarneren.

Wanneer men sterft, zuivert men op het sterfbed ook uit wat onverwerkt is gebleven in het afgelopen leven.
Zo werkt een verstandelijk gehandicapte van verschillenden levens de gedragsaspecten uit die nog tot verwerking gebracht dienden te worden en krijgt hij optimaal effect van wat geleerd is.

Door in de stof op onbewuste wijze deze verwerking aan te gaan, wordt dit optimaal bereikt, zonder dat er opnieuw herinneringen die pijnlijk waren achterblijven. Je houdt de diamant over.

Er zijn grote verschillen in de mate waarin men verstandelijk gehandicapt is

A – Van geheel niet wetend (animaal). ZO leert men b.v. innerlijke ootmoed in vele vormen (neerschikkend bij wat is), innerlijke terughouding in het bijzijn van anderen (anders wilsopleggend) geestelijke overgave aan een proces van tijdelijke teruggang in wat innerlijk actief is; dit heeft innerlijk hoogwaardig gedrag tot gevolg.

B – Personen die meedelen via beperktheid; wel wat intellect; het beeldend vermogen ontbreekt (veel herhaling); ongezien (niet kunnen wat anderen kunnen); wat zij innerlijk wensen kunnen zij uiterlijk niet waarmaken (zoals anderen), (spreken over iets in plaats van vanuit); lering: terughouding; ongeduld leidt tot verstoring; opkijken naar anderen vernieuwt het zelfbeeld.

C – Personen die geluiden uitstoten en handelingen verrichten. Hierdoor richten mensen zich naar hen; zij willen aandacht op een wijze die verschilt van wat hen wordt aangereikt. Zij reageren veelal later, nadat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden; coördinatie van denken en voelen ontbreekt; afwachting en afhankelijkheid


Alleen binnen volledige geestelijke rust, vinden deze personen inzicht. Zij moeten terughouding leren; leren begrip te hebben voor de ontwikkeling van anderen (dieplerend zich schikken); zo worden zij gevoelig voor eigen gedragingen; in de toekomst meer nauwgezet handelen, dus innerlijke toewijding vanuit ondergeschikt zijn; innerlijke zorgvuldigheid naar anderen in het waarnemen zonder zich te laten gelden. Leren wachten op de inbreng van anderen tot welzijn van zichzelf.

D – Verstandelijk gehandicapte die zeer muzikaal is, kan zich niet in gedachten uitdrukken; alleen binnen muziekuitingen; zuiverheid in authentieke beleving ook voor anderen; stil-luisterend zijn binnen zelfbeschouwing; leren zich te uiten op niet-verbale wijze en zich uiterlijk zeker te voelen.

Anna LamB

Bewustwording en integratie van spiritualiteit